Gichin Funakoshi
Toen de wapens verboden waren, werd het wapenloos gevecht in het geheim beoefend. Deze trainingen werden vaak ‘s nachts gedaan, ver weg van de Satsuma bezetters. In de Meiji periode (1868-1912) was het trainen in het geheim niet meer nodig omdat het verbod op het beoefenen van een vechtkunst was opgeheven. Doordat het geheimhouden van karate zo diep geworteld was in het volk, is er ook weinig bekend over de ontwikkeling van het karate in die periode. Karateleraar was geen beroep. De oude meesters zoals Matsumura, Azato en Itosu (de leraren van Gichin Funakoshi) hadden allen een andere beroep. Zij onderwezen karate uit persoonlijke interesse.
Toen Gichin Funakoshi, de grondlegger van het hedendaagse karatedo, in Tokyo was werd hij door een meester uitgenodigd een kata te leren die verder alleen hij kende. Dit kata wilde hij Gichin leren voordat hij stierf. In die tijd was een reis van Tokio naar Okinawa een langdurige reis. Gichin had geen tijd hiervoor en stuurde zijn zoon Yoshitaka. Toen Yoshitaka de kata-instructie had gehad vertelde de oude meester hem dat hij in vrede kon sterven.
Gichin Funakoshi heeft karate gevolgd bij drie grootmeesters. Bij Azato en Itosu heeft hij intensieve trainingen gevolgd. Bij Matsumura heeft hij enkele lessen gehad. Van de laatste meester is ook weinig bekend. Funakoshi heeft deze meesters beschreven in zijn boeken “Karatedo My way of live” en “Karatedo Nyumon, the master introductory text”.
Meester Anko Azato
De techniek van deze meester was van een zeer hoog niveau, in zijn tijd werd hij ook wel de beste karateka van de Ryukyus genoemd. Hij was de ‘udon’ (Daimyo: jap, Rentmeester) van de koning. Funakoshi was bevriend met zijn zoon.
Hij woonde tussen Naha en Shuri. Hij was een vooruitstrevend man. In deze periode ging Japan over van een Samoerai-maatschappij naar een burgermaatschappij. Dit had natuurlijk ook zijn invloed op de Ryukyu eilanden. Azato was één van de eersten die zonder de traditionele haarknot door het leven ging. Volgens hem was het doel van karate het lichaam zo sterk te maken als een rots, en de handen en voeten moesten lijken op zwaarden en speren. Azato was ook een Kendo specialist (vechtkunst met zwaarden).
Een leuk verhaal ter illustratie is dat Azato zijn eigen Kendo-leraar in een vriendschappelijk ontmoeting heeft verslagen. De kendo-leraar viel hem met het ontblote zwaard aan en Azato verdedigde zich zonder wapen.
Meester Anko Itosu
Deze meester was een groot en breed man. Hij had een hoge regeringsfunctie. Hij is eigenlijk de maker van de Tekki kata’s en de Pinan kata’s. Itosu’s karate was sterk en groot. Hij was de man van de O waza (grote technieken). Funakoshi had samen met de zoon van Azato karateles van Itosu. Het hedendaagse shito-ryu, evenals shotokan een traditionele stijl, is ter ere van Itosu gecreëerd. Itosu was een man die Funakoshi eindeloos kata’s liet oefenen. Helaas zijn vele van deze kata’s verloren gegaan in de overbrenging naar latere meesters. Het shotokan kent zo’n 30 kata’s. Oorspronkelijk zijn er veel meer kata’s geweest. Itosu heeft de Pinans ontworpen als middel om de moeilijke hogere kata’s aan te leren. In die tijd was het Kushanku (het Kanku Dai en Kanku Sho zijn daaruit ontstaan) een moeilijk kata om te leren en te begrijpen. De Pinans waren een voorbereiding daarop. De Tekki kata’s (Tekki japans = ijzeren ruiter) zijn door Itosu ontwikkeld om de beenspieren te ontwikkelen. Oorspronkelijk waren er twee Tekki’s (Tekki Shodan en Nidan). Yoshitaka Funakoshi heeft later het Tekki Sandan ontwikkeld om de armspieren te trainen. Voor kinderen en vrouwen was karate ongeschikt. In die tijd was het normaal dat de technieken op bomen en stenen getest werden.
Lees meer over karate…